Zelf je werkdag in kunnen delen en bedenken wat je wanneer gaat doen. Dat lijkt ideaal, maar soms is het hartstikke moeilijk. Je hebt het gevoel dat je gewoon geleefd wordt. Je dag vliegt voorbij met van alles en nog wat. Voor je het weet zit je werkdag erop en heb je helemaal niet af wat op je planning stond.
Dat vreet energie. Je bent doodmoe aan het eind van zo’n dag en toch heb je het idee dat er niks uit je handen is gekomen. Dat geeft je een waardeloos gevoel. Gefrustreerd stop je er maar mee, vandaag wordt het toch niks meer.
Een vast dagritme
Gelukkig kan het anders. Bijvoorbeeld door een vast dagritme aan te houden. In het boek Rust en regelmaat, wat je kunt leren van het leven in een klooster zeggen ze het zo: “Een vaste dagindeling geeft meer zekerheid, maakt een betere planning mogelijk en bespaart tijd.”
“Systemen zijn de basis van vrijheid” – Joop Alberda
Het klinkt prachtig zo’n heilzaam ritme van inspanning en ontspanning, van mentaal en fysiek. Wie wil dat nou niet? Allicht dat je dan aan het eind van je werkdag nog energiek bent. En misschien zou je dan ook wel meer gedaan hebben dan anders.
Zo krijg je meer structuur in je dag:
1 Zorg voor een vast ritueel na het opstaan
Je kunt iedere dag beginnen met het lezen van krant of mail, dan heb je een vast ritme. Het kan ook heilzamer, bijvoorbeeld door iets goeds te lezen, door beweging te nemen in de frisse lucht of te mediteren.
2 Begin op een vast tijdstip met werken
Veel mensen zijn ’s ochtends vroeg het meest productief*. Dan is het dus niet handig om eerst je mail te gaan lezen, telefoontjes te gaan doen of bij te praten met collega’s. Als je begint met de taak die de meeste concentratie en energie vraagt heb je tegen koffietijd al belangrijk werk verzet.
Werk vervolgens niet aan een stuk door, maar neem na anderhalf à twee uur een korte pauze waarin je even afstand neemt van je werk. Zo houd je rekening met je ultradiane ritme. Na die korte pauze werk je anderhalf à twee uur door tot de lunch.
3 Neem een duidelijke middagpauze
Bij een ideale middagpauze neem je een half uur de tijd om te eten en een half uur om de frisse lucht in te gaan. Neem dan ook even echt afstand van je werk. Zo kom je vanzelf op nieuwe ideeën en oplossingen.
4 Stop op een vast tijdstip met werken
’s Middags werk je opnieuw twee blokken van anderhalf à twee uur. Dan is het vaste tijdstip om te stoppen met werken daar. Je beoefent dan de kunst van het ophouden en stopt er ook echt mee.
Doordat je heel geconcentreerd werkt en tussentijds slimme pauzes neemt is de kans groot dat je meer werk verzet hebt, dan op een dag met minder structuur.
Kleine stapjes
Denk je nu: maar zo’n dagstructuur kan in mijn werk helemaal niet? Bedenk dan eens wat wel zou kunnen. Misschien kan je eens per week wel een echte middagpauze nemen. Of misschien kun je iedere vrijdagmiddag wel bijtijds stoppen of twee keer in de week ’s ochtends vroeg de hond uitlaten.
Op die manier kun je een beginnetje maken met meer structuur in je werkdagen. Is die eerste stap gelukt, bedenk dan een volgende. Zo kom je langzaam maar zeker tot een voor jou werkbaar dagritme.
Kortom: kijk eens of je meer structuur in je werkdag kunt brengen en ervaar wat het je oplevert.
* Dit is geen wet van Meden en Perzen. Ik hoor zelf bij de soort die aan het eind van de ochtend veel productiever is. Voor mij werkt het dus beter om ’s ochtends wel rustig te starten met mail, telefoontjes of een gesprek.
© Albertine ’t Hoen